‘Theater na de Dam’ is een landelijk project, waarbij ook Zwolle aanhaakt. Na de officiële Herdenking op 4 mei volgen om 21.00 uur diverse voorstellingen, die voortborduren op het thema.
(de Stentor, Katern &, 04-05-2016)
Het Perrontheater ligt aan de Westerlaan 9, vlak naast het station. Dit spartaans ingerichte, negentiende eeuwse pand dient als uitvalsbasis van theatergroep De Jonge Honden. Met antieke eikenhouten kerkbanken, maar ook treinbanken uit de ‘Hondekop’ als meubilair. En een roodgeverfde gietijzeren wenteltrap vol jugendstil-krullen voert naar de theaterzolder, waar een paar spelers repeteren.
Jolmer Versteeg, artistiek leider van De Jonge Honden, kijkt tevreden om zich heen. “Er wordt wel gezegd: ‘Zwolle moet wat meer schuren’. Nou, daarvan lijkt deze plek me een mooi voorbeeld.”
Op 4 mei presenteert Het Perrontheater de voorstelling ‘Man met Baard’ van regisseur Marieke Braaksma. Gelijktijdig (inderdaad, het publiek móet kiezen!) speelt Theatergroep Hardhout elders het stuk ‘Daar waar een nieuwe oorlog aanklopt, moeten we het over de liefde hebben’ van Robin Kisjes en Josje Eijkenboom.
Een lange titel, beaamt Kisjes. ,,We willen laten zien hoe angst steeds meer de overhand krijgt. En hoe die ons in de weg zit. Mensen delen elkaar op in groepen, het onderling wantrouwen groeit: als iemand zijn baard laat staan, is hij misschien wel geradicaliseerd…!”
Draagvlak
Maar die angst creëert een draagvlak voor haat, luidt haar overtuiging. “We zien overal vijanden; soms terecht, soms onterecht. Het gevolg is dat we niet meer reëel naar de ander kunnen kijken en dat steeds minder contact leggen. Terwijl onze maatschappij nu juist het intermenselijk contact zo nodig heeft.”
Marieke Braaksma valt haar bij: “Veel mensen hebben meteen hun oordeel klaar over bepaalde groepen.” Haar ‘Man met baard’ gaat over de opa van de acteur, Matthijs Mulder, die tijdens de oorlogsjaren voor de Duitsers vocht. “Dat is altijd een taboe gebleven in hun familie. Niemand sprak erover, dus niemand wist er het fijne van. Toch is Matthijs uiteindelijk met zijn opa gaan praten en heeft hem van alles gevraagd. En toen bleek dat het allemaal toch iets anders lag dan iedereen dacht.”
Duitsers
Jolmer Versteeg: “Nog steeds kijken we vooral naar ‘de Duitsers’ als het om de Tweede Wereldoorlog gaat. Het antisemitisme bijvoorbeeld wordt altijd op conto van de nazi’s geschreven. Maar we vergeten dat het ook elders in Europa breed gedragen werd. Oké, Hitler kwam in Duitsland aan de macht. Maar ook in bijvoorbeeld Italië leefde het fascisme.”
Vooroordelen en generalisatie leiden tot angst. En die angst leidt weer tot afwijzing en zelfs haat. Hoe doorbreken we dat patroon? Hoe raken we in gesprek met de ander? Ziehier in een notendop de gedachte achter beide voorstellingen.
Vluchteling
Versteeg denkt terug aan zijn recente ontmoeting met een Syrische vluchtelinge. “Ik vroeg haar hoe ze het in Nederland vond. Haar antwoord raakte me. Ze zei: ‘Enerzijds ben ik hier vrij om alles te zeggen. Anderzijds zit ik nog steeds in een soort morele gevangenschap. Ik loop me alsmaar te verontschuldigen en uit te leggen: nee, ik ben écht een vluchteling, ik ben niet op geld uit!’ Ze vertelde nog iets dat indruk maakte: over een populair restaurant in Damascus, dat door bommen was getroffen. De mensen daar hadden dat restaurant snel weer opgebouwd. En wat denk je? Binnen een paar maanden was het weer net zo drukbezocht als eerst. Als ik dan zie hoe angstvallig wij plekken in Brussel en Parijs mijden, omdat daar aanslagen zijn geweest! In Syrië hebben ze een totaal andere mind-set ontwikkeld. Bomaanslagen zijn er aan de orde van de dag. Dus je leeft zo normaal mogelijk door.”
Zwolle, 4 mei 21.00 uur.
(De krantenfoto op de afbeelding is van Frans Paalman)