Zeven deskundigen vertelden tijdens een bijzonder symposium op de Veluwe over psychische trauma’s en ‘de weg naar heelwording’.
Eén van hen was professor dr. Onno van der Hart, internationaal expert in psychotraumatologie en traumatherapie.
ELSPEET – ‘Trauma’, het woord ligt ons in de mond bestorven. En dikwijls gebruiken we het verkeerd. Aldus Onno van der Hart, specialist op het gebied van trauma’s.
“Het Griekse woord trauma betekent oorspronkelijk: een van buitenaf toegebrachte, fysieke wond. En ja, soms kun je een psychisch trauma overhouden aan een schokkende gebeurtenis. Maar veel mensen gebruiken ‘trauma’ ook om die gebeurtenis zélf aan te duiden.” Dit is niet alleen incorrect, stelt hij, het suggereert bovendien dat zulke gebeurtenissen automatisch tot een trauma leiden. En dat is gelukkig niet het geval.
Toch kun je een gebeurtenis als dusdanig schokkend ervaren dat er wel een trauma ontstaat. “Dat moment is een breekpunt, letterlijk en figuurlijk. Mensen omschrijven het zelf ook zo: ‘Er knapte iets’, ‘Ik stortte in’, ‘Ik viel uit elkaar’. Op dat moment valt je persoonlijkheid inderdaad uiteen, in tenminste twee fragmenten. Het ene deel blijft vastzitten in de traumatische ervaring. Maar het andere deel moet functioneren in het dagelijks leven en neemt daarvoor afstand van die ervaring.”
Dissociatie
Dat kan ogenschijnlijk lange tijd goed gaan, weet Van der Hart.
“Alleen: zodra zich een situatie voordoet die lijkt op de traumatiserende gebeurtenis, wordt het ene deel, dat nog in traumatijd leeft, gereactiveerd. We noemen dat een ‘flashback’ of herbeleving. Die kan langs diverse wegen worden getriggerd. Denk bijvoorbeeld aan iemand die verkracht is: een tv-scène kan die herinneringen weer oproepen. Of zelfs al een bepaalde gelaatsuitdrukking, die ook de verkrachter op dat moment had.” Ook geuren en geluiden zijn bekende triggers: “Voor iemand met oorlogservaringen kan het geknal van vuurwerk aanleiding zijn om in paniek achter de bank te duiken.”
Zo’n herbeleving binnen het getraumatiseerde deel, dringt vervolgens binnen in dat andere deel van je persoonlijkheid dat nog redelijk functioneerde, legt Van der Hart uit. “Zo kan iemand die als kind getraumatiseerd raakte, opeens volledig terugvallen in die kindertijd en dus ook reageren als het kind van toen.”
Meest complexe en ernstige vorm van fragmentering is de Dissociatieve Identiteitsstoornis (DIS), voorheen bekend als Meervoudige Persoonlijkheidsstoornis.
“Maar tussen die ‘simpele’ tweedeling en DIS zit nog een heel scala aan posttraumatische klachten,” benadrukt Van der Hart. “Sommige mensen slagen erin − met veel steun en warmte vanuit de omgeving − om tot een spontane heling te komen. Maar bij vroegkinderlijke en/of herhaalde traumatisering blijven de traumatische herinneringen meestal voortbestaan. Gelukkig is de psychotherapie op dit terrein enorm gegroeid.”
Fasengerichte therapie
Specialisten als Van der Hart, die complexe trauma’s behandelen, werken doorgaans met een fasegerichte therapie. Fase 1 bestaat uit symptoomvermindering en het aanleren van vaardigheden (zoals het bijtijds herkennen van een angstaanval). Fase 2 draait om het opnieuw doorleven en ‘zich eigen maken’ van de traumatische herinneringen. Fase 3 streeft naar samenvoeging van de fragmenten, ‘heelwording’, en het leiden van een gewoon leven.
Maar zo overzichtelijk als dit klinkt, zo ingewikkeld blijkt de praktijk, waarschuwt Van der Hart. “Tijdens de behandeling keren de fasen telkens in een spiraalvorm terug. Soms doet zich een ontwikkeling voor waardoor je even terug moet naar fase 1 of 2. Het is dus een cyclisch model. En er zijn patiënten met gruwelijke trauma’s bij wie fase 2 niet wenselijk is. Maar er bestaat ook het risico dat een therapie te lang in fase 1 blijft hangen. Dan blijkt er meestal sprake van angst bij de therapeut zelf: die durft niet met de herbelevingen aan de slag te gaan.”
Bezuinigingen
Is het ook mogelijk dat, in deze tijd van bezuiniging, een therapeut móet stoppen bij fase 1? Domweg omdat het vervolgtraject te duur is?
“Helaas wel, ja,” beaamt Van der Hart. “Door druk van buitenaf − organisaties die in modules denken, de invloed van een zorgverzekering – kan het inderdaad gebeuren de therapie stopt bij fase 1…” Met klem: “En dat is gevaarlijk! Want de patiënt blijft zitten met een reservoir aan traumatische herinneringen, die vroeg of laat weer opspelen. Dus in zo’n geval zie je hoe de maatschappij zelf soms ook het lijden handhaaft.”
Esther Veerman: een genezingsproces
Het symposium ‘De weg naar heelwording’ was een initiatief van drs. Esther Veerman, theologe en kunstenares. Zelf kreeg ze, na veelvuldig seksueel misbruik als kind, op haar 38ste de diagnose DIS. Na intensieve therapie door dr. Ellert Nijenhuis (één van de gastsprekers) is ze nu vergevorderd in haar genezingsproces. Om dat te ‘vieren’ bedacht zij dit symposium en hield zelf de openingslezing. Ook exposeerde ze tien schilderijen over het thema traumatisering. (Conferentieoord Mennorode, 27 februari.)
(februari 2015)