Ruim tien jaar na de dood van Astor Piazzolla blijkt zijn muzikale erfenis nog springlevend.
Het overwegend Nederlandse tangokwintet Grupo del Sur bewees zich de afgelopen zeven jaar niet alleen als overtuigend ambassadeur van zijn ‘tango nuevo’, maar herschept ook werk van Piazzolla’s lievelingscomponisten in ’s mans eigen stijl.

Het is alweer ruim twintig jaar geleden dat Anne-Marie van de Grint in aanraking kwam met de tangomuziek. Ze was toen violiste in het trio Tipico Tango, dat meerdere stijlen speelde. Al gauw werd Astor Piazzolla (1921-1992), de legendarische vernieuwer van de Argentijnse tango, haar favoriete componist. “Piazzolla heeft op zijn 28ste de tango vaarwel gezegd en zich een tijdlang op de louter klassieke muziek gericht. Maar al experimenterend vanuit dat het klassieke perspectief heeft hij vervolgens de tango herontdekt.”

Juist die integratie van de volkse tango en de klassieke aanpak fascineert Van de Grint. Nadat het trio was gestopt, bleef ze dan ook doormijmeren over een nieuw te vormen tango-ensemble. En zie, daar verscheen een nieuwe vioolleerling: Hetty Sponselee, zelf professioneel pianist. “Nu wist ik dat Hetty een heel goede muzikante was,” vertelt Anne-Marie van de Grint, “en al spelend kwamen we erachter dat we allebei iets met Piazzolla hadden en dezelfde ideeën over zijn werk deelden. Samen zijn we bewust op zoek gegaan naar musici die zowel thuis waren in de klassieke muziek als in de jazz.” Uiteindelijk vormde zich de Grupo del Sur met gitarist Paul Hagenaars, contrabassist Marc van Rooij en de Argentijnse bandoneonist Santiago Cimadevilla.

Groep uit het Zuiden

De Nederlandse groepsleden hebben alle vier een sterke professionele binding met Noord-Brabant: Anne-Marie van de Grint en Hetty Sponselee studeerden aan het Fontys Conservatorium in Tilburg, Marc van Rooij en Paul Hagenaars zijn daar nu zelf docent. Van Rooij speelt bovendien in het Brabants Orkest en Van de Grinten is concertmeester bij het Brabant Sinfonia. De naam Grupo del Sur (Groep uit het Zuiden) verwijst dus naar zowel Zuid-Nederland als Zuid-Amerika.

Gelijk het ware tangueros betaamt, zijn ook de musici van Grupo del Sur ‘echte gevoelsmensen’, zoals Van de Grint hen omschrijft. “Bij de groepssamenstelling is het heel belangrijk dat het onderling klikt én dat iedereen het artistiek naar zijn of haar zin heeft. Ook wat de muziekkeuze betreft moeten we het helemaal eens zijn. Dus als iemand van ons een nieuw stuk per se niet ziet zitten, dan nemen we het niet op ons repertoire. We moeten het goed hebben met z’n vijven, het samenspel moet voor iedereen prettig en logisch aanvoelen, want alleen dan krijg je een organisch geheel. En dat is weer een voorwaarde om emotie uit te stralen, om de mensen echt te kunnen ráken…!”

Tango als kunstvorm

Kernwaarde van Grupo del Sur – in overeenstemming met Piazzolla’s invalshoek – is hun klassieke basis. De tango als kunstvorm staat centraal. “We zullen niet gauw ergens de achtergrondmuziek gaan verzorgen. Ze hebben ons wel eens gevraagd om in tangosalons de dansmuziek te komen spelen, maar zodra we zeiden: ‘In principe willen we dat wel doen, mits we Piazzolla kunnen spelen’ ging het niet door. De meeste tangodansers vinden het namelijk toch te moeilijk om op Piazzolla te dansen, vanwege zijn vaak ingewikkelde harmonische en ritmische structuren.”

Het koesteren van de specifieke traditie betekent overigens geen monomane focus op de componist Piazzolla zelf, aldus Van de Grint. Grupo del Sur staat zeker open voor andere fraaie tangomuziek. Gedecideerd: “Maar als het minder van kwaliteit is dan wat we nu doen, gaat het niet door.”

Wel volgen de vijf het spoor van de even erudiete als eigenzinnige Argentijn terug naar zijn inspiratiebronnen. Het gevolg is dat hun repertoire uitwaaiert in de richting van Johann Sebastian Bach, maar ook naar de jazz. En naar Igor Strawinsky, Béla Bartók en Maurice Ravel, drie pioniers die volksmuziek verweefden in hun vernieuwende kunstmuziek.

Pianoconcert

Segundo Movimiento’ (‘Tweede Deel’) heet de cd van Grupo del Sur, die vorig jaar uitkwam. De titel verwijst naar het Pianoconcert in G van Maurice Ravel, waarvan Marc van Rooij deel II ingenieus bewerkte. “Dat vond Marc heel spannend, want het is een stuk dat hem na aan het hart ligt,” weet Anne-Marie van de Grint. “Dus hij had eerst wel zoiets van: durf ik dít wel te arrangeren…?”

Toch waagde Van Rooij de sprong en schroomde daarbij niet om praktische keuzes te maken. Zo liet hij het Adagio Assai uit het Pianoconcert evolueren tot de piazzolliaanse tango ‘Segundo Movimiento’, waarbij hij de driekwartsmaat nauw merkbaar veranderde in een vierkwartsmaat. “Met intens respect voor de componist,” voegt Van de Grint eraan toe. “Ook mensen die het Pianoconcert kennen en ervan houden, vinden Marc’s bewerking geslaagd.”

Voor Grupo del Sur was dit het eerste grote experiment. “En we gaan zeker door! Marc is daarna aan de slag gegaan met de koraalcantate ‘Nun komm’, der Heiden Heiland’ van Bach. Jazeker, in onze vaste bezetting van bandoneon, viool, elektrische gitaar, contrabas en piano. Dat is de combinatie die Piazzolla rond 1960 zelf heeft geïntroduceerd en die voor verschillende muzieksoorten blijkt te werken.”