Het Nederlands Kamerkoor heeft een wereldpremière op de agenda staan. Vanaf 3 november 2016 toert het gezelschap door Nederland met ’72 Angels’, een interreligieus werk van de Russisch-Amerikaanse componiste Lera Auerbach (1973). In al zijn tijdloosheid lijkt deze woordeloze kreet om universele verbinding en eenheid actueler dan ooit.
(Luister 719, oktober 2016)
“De hele zomer al werk ik aan een stuk dat ongeveer 72 minuten gaat duren,” schrijft de componiste Lera Auerbach begin september op haar Facebook-pagina. “Al twintig jaar leef ik met dit idee, maar nu heb ik dan eindelijk de mogelijkheid om dit droomproject te realiseren.”
Die mogelijkheid werd haar aangereikt vanuit Utrecht. Het Nederlands Kamerkoor gaf opdracht voor ’72 Angels’, dat op 3 november zijn wereldpremière beleeft in het Muziekgebouw aan ’t IJ. Het wordt een werk voor gemengd koor en saxofoonkwartet, te weten het Raschèr Saxophone Quartet waarmee het Kamerkoor al eerder samenwerkte.
Jasper Schweppe, baritonzanger en artistiek coördinator, herinnert zich die gelegenheid nog goed: “Dat was in een stuk van Mauricio Kagel, ‘Les inventions d’Adolphe Sax’. Het Raschèr Quartet is ontzettend goed in het werken met klankkleuren en allerlei instrumentale effecten.”
Flow
Lera Auerbach belijdt op Facebook openlijk haar worsteling met de tijd. “Hopelijk ben ik in staat om dit werk in september af te ronden (…) als ik het huidige niveau van krankzinnige intensiteit en deze flow kan vasthouden.”
Jasper Schweppe glimlacht relativerend bij dit citaat: “Ja, componisten hebben vaak moeite met deadlines. Daarom plannen wij bij nieuwe muziek ook ruimschoots tijd in vóór de repetities, want je weet niet altijd wat je te wachten staat. En vanaf de eerste repetitie moet er toch wel gezongen worden, dus kun je niet zeggen: ‘Je krijgt de bladmuziek een dag van tevoren.’ We hebben weleens meegemaakt – het lijkt me beter om hier geen namen te noemen – dat het maar duurde en duurde voordat de componist een werk af had. Toen zaten we enorm in spanning: ‘Gaan we dit nog redden? Kennelijk wordt het een heel complex werk. Misschien moeten we een extra repetitie inplannen…’ Maar toen we tenslotte de partituur kregen, bleek het om alleszins zingbare en eigenlijk heel eenvoudige muziek te gaan.”
Computer
Bovendien hebben ze bij het Kamerkoor de eerste 48 delen van ’72 Angels’ al binnen, voegt hij er geruststellend aan toe, terwijl hij de partituur doorbladert.
“En het notenbeeld ziet op het eerste gezicht heel normaal uit, hoor. Niet echt tonaal, maar ook niet vreselijk atonaal. Met een paar fragmenten voor solokwartet, zie ik hier… Tot dusver worden er van ons geen extreme dingen verwacht. Maar ja, die heel ingewikkelde grafische notaties, die kom je ook niet vaak meer tegen, hè? Dat was vooral iets van de jaren tachtig. Ton de Leeuw heeft ingewikkelder dingen geschreven dan ik hier nu zie. Maar Lera Auerbach componeert ook duidelijk vanaf de computer. Vroeger hadden componisten een vel papier en een potlood voor zich liggen en konden ze bijvoorbeeld een cirkel tekenen met allerlei gekke effecten eromheen… Een computerprogramma laat daar geen ruimte voor, dus Lera Auerbach schrijft haar muziek echt vanuit de noten.”
Telefoon
Het blijkt nog geen sinecure om Lera Auerbach zelf aan de telefoon te krijgen. ‘72 Angels’ is erg belangrijk voor haar, de interpretatie luistert nauw en ze vreest misverstanden. Het liefst zou ze alles per e-mail afhandelen, zodat haar antwoorden eenduidig op schrift staan. Maar als we haar écht live willen spreken, dan graag ergens tussen middernacht en de volgende middag vanwege haar werkritme. Gelukkig woont ze in New York waar het zes uur vroeger is dan hier, dus hoeven we geen wekker te zetten.
’72 Angels’ – kun je iets vertellen over de titel?
Lera Auerbach: “Het gaat hier om het universele verschijnsel van engelachtige wezens of spirituele gidsen, die in alle culturen voorkomen als boodschappers van boven. In het jodendom, het christendom en de islam heten ze engelen, in het hindoeïsme en boeddhisme heb je de diva’s en in het zoroastrisme de fravashi’s… Maar ook al verschillen de termen waarmee ze worden aangeduid, ze hebben allemaal dezelfde functie. En ‘72 Angels’ is bedoeld als een viering, een eerbetoon aan alle engelen van alle tijden en alle volkeren.”
Al uitgangspunt nam Auerbach de joodse Kaballah, die leert dat er een verbinding is tussen de geestelijke wereld en ons bestaan op aarde. Die verbinding komt tot stand dankzij de bemiddeling van 72 engelen. Hun namen liggen verborgen in de tekst van het Bijbelboek Exodus; om precies te zijn in hoofdstuk 14 vers 19-21. Daar lezen we het beroemde verhaal van Mozes die met het volk Israël door de Rode Zee trekt, weg van de slavernij in Egypte, naar het beloofde land Kanaän. Volgens de Kaballah maakte G-d een pad door de Rode Zee nadat Mozes hardop de Naam had aangeroepen: een woord bestaande uit 72 maal drie Hebreeuwse letters, die samen de ‘Shem ha-Mephorash’ vormen, de verborgen Naam van G-d. Elke triade van Hebreeuwse letters verwijst weer naar een van de engelennamen.
Wie Kabbalah zegt, zegt getalsmystiek. Speelt numerologie een rol in ‘72 Angels’?
Auerbach: “Ja, de getallensymboliek is wel aanwezig. Maar ik wil daar niet te veel nadruk op leggen, de luisteraars moeten zelf maar uitmaken wat ze daarin horen. En weliswaar komen de engelennamen uit de joodse mystiek, maar ‘72 Angels’ bezingt álle engelen, uit alle werelddelen, religies en mythologieën. Het gaat mij om datgene wat de mensheid verenigt in plaats van verdeelt. Door de hele geschiedenis heen zijn we allemaal op zoek geweest naar verbinding met het goddelijke. Dit stuk verkent de schakels tussen geestelijke en menselijke wereld. ”
Auerbach noemt in dit kader ook haar ‘Requiem – Ode to Peace’ (2012), dat een soortgelijke strekking heeft. Tijdens het Kyrie zingt het koor Kyrie in veertig talen tegelijk, onder paukengeroffel en trompetgeschal, terwijl verderop traditionele gebeden uit het Jodendom, christendom, islam, hindoeïsme, en boeddhisme weerklinken. Ook met dit Requiem wilde Auerbach het verlangen verklanken van alle volkeren naar verbinding, eenheid, vrede.
Vanwaar de keuze voor saxofoonkwartet in ‘72 Angels’?
“Saxofoons kunnen een enorme variëteit aan sfeer en klank voortbrengen. Ze kunnen klinken als een sjofar of als een kerkorgel. En op andere momenten hebben ze juist weer iets ruigs, iets wilds.”
Wat maakt dit stuk zo bijzonder voor je?
“Niet bijzonder in de zin van: dit is mijn lievelingswerk. Ik zou niet weten welk werk mijn favoriet is. Maar ’72 Angels’ ligt me waarschijnlijk extra na aan het hart doordat ik al zo lang met dit idee rondloop. En ik ben zowel schrijver als componist; als schrijver geloof ik in de kracht van woorden en als componist geloof ik in de kracht van de klank. Dus ik denk dat het zingen van namen een heel grote heel kracht kan uitgaan.”
Heb je zelf ook de tekst geschreven?
“Er ís geen tekst! Dat wil zeggen, de tekst bestaat uit de namen van de engelen – je weet wel, Raphaël’, Elinyah, Vehevja, Sitaël’ enzovoort. Verder heeft dit werk absoluut geen tekst.”
Het Nederlands Kamerkoor gaat die namen straks als eerste zingen. Kende je dit ensemble al?
“Nee, dit is onze eerste samenwerking. Maar ik schrijf ontzettend graag vocale muziek. En ik heb met name een grote liefde voor koormuziek. Uiteindelijk vind ik de menselijke stem toch het meest expressieve instrument.”
’72 Angels’ (Lera Auerbach).
Nederlands Kamerkoor & Raschèr Saxophone Quartet o.l.v. Peter Dijkstra.
3 t/m 12 november. Zie www.nederlandskamerkoor.nl/72angels