Een Johannes Passion, diverse Stabat Maters, romantische opera-aria’s… Tien dagen lang klinkt er klassieke muziek in de oude vesting van Elburg. Initiatief en uitvoering: Pieter Jan Leusink.
(Foto: Pieter Jan Leusink: “Het ergste vind ik musici die je nergens op mag aanspreken, omdat het ego hun in de weg zit”)
De keukentafel is bezaaid met kranten. Trouw, Telegraaf, Stentor… Heeft Pieter Jan Leusink zoveel abonnementen? ,,Haha, nee. Maar er staan advertenties van ons in. Vandaar.” Hij pakt een brochure, met glamourfoto’s op glanzend papier: het festivalprogramma. ,,Tja, we hebben een gigantisch marketing budget per jaar. Want mensen moeten wel weten dat je bestaat.”
Het fenomeen Pieter Jan Leusink, dirigent en directeur van zijn Bach Choir & Orchestra of the Netherlands, roept gemengde reacties op. Een volbloed muziekdier enerzijds, een zakelijk pragmaticus anderzijds. Verslingerd aan Bach én goed ingevoerd in de commercie. ,,Ik ben eigenlijk anti-subsidie. Ik ben voor eigen broek ophouden. Al snap ik dat er voor sommige cultuur subsidie nodig is. Voor nieuwe composities, of voor het Concertgebouworkest en De Nederlandse Opera. Maar subsidie kan ook lui maken. Voor je het weet, ben je alleen op je eigen prestatie gericht en verlies je je publiek uit het oog.”
Bombarie
In januari 2017 schoot het opeens door zijn hoofd: ,,Ik ga deze zomer iets doen.” Dat werd het eerste Festival Klassieke Muziek in Elburg. ,,Toen deden we drie concerten. Een weekje, zeg maar. Want je kunt wel meteen met veel bombarie beginnen, maar dan kan het daarna alleen nog maar minder worden. En ik weet van mezelf dat ik zo’n vijf jaar nodig heb om iets op te bouwen. Om iets structureels te beginnen heb je structureel publiek nodig, dat jaarlijks terugkomt.
Vorig jaar kwamen er mensen uit het hele land naar Elburg: ,,Ze verbleven op campings, in hotels en pensions. De meeste waren hier nog nooit geweest en vonden het schitterend. Kijk, in een moderne plaats als Dronten zie ik me niet zo’n festival opzetten. Maar in een eeuwenoude stad als Elburg heeft het de potentie om in vijf jaar uit te groeien tot een evenement van drie weken. We hebben musea, strand, oude botters, de A. Vogeltuinen, mooie fietsroutes… ”
Beleving, daar gaat het om, stelt Leusink. ,,We leven in een tijd dat het niet meer voldoende is om iemand met een zangstem of een instrument op een podium te zetten. Er moet iets te beleven zijn. Ik zit in een iets ander segment van de muziek, maar ik heb bijvoorbeeld enorme bewondering voor een André Rieu: zoals die toch elke keer maar weer dat Vrijthof vol krijgt, met mensen die anders misschien nóóit naar klassieke muziek zouden luisteren! En oké, de dancemuziek begrijp ik persoonlijk niet helemaal – maar de generatie die naar die dance-festivals trekt, doet dat niet alleen maar om de muziek. Ze gaan omdat er iets te beleven valt.”
Amadeus
Tien dagen duurt de editie van 2018. Leusink verwacht zo tegen de vierduizend bezoekers. Hij kent zijn publiek goed: ,,Klassieke muziek, daarin is misschien vier of vijf procent van de bevolking geïnteresseerd. Dus als ik zeg: ‘We gaan Mozarts Requiem doen’, reageert niemand. Maar zeg ik: ‘We doen Mozarts Requiem, bekend van de film Amadeus’, dan zeggen mensen: ‘O ja, dat vond ik wel mooi.’ Dan zeggen wij: ‘Nou, kom dan eens luisteren.’
En dertig, veertig procent komt de volgende keer terug,” weet hij. ,,Elk concert van ons is een advertentie voor het volgende concert.”
Ondanks de naam herbergen het Bach Choir & Orchestra of the Netherlands veel buitenlandse musici. Maar de voertaal blijft Nederlands; daar is Leusink fel op. ,,Ik vraag ze: ‘Wil je in Nederland blijven? – ‘Ja.’ − ‘Nou, dan ga je de taal leren.’ Soms hoor je: ‘Daar heb ik geen tijd voor’. Geen tijd! Ha!”
Trots noemt hij zijn partner, de Russische sopraan Olga Zinovieva: ,,Toen Olga hier kwam wonen, heb ik gezegd: ‘We praten gewoon Nederlands, je red je maar.’ En jawel: drie maanden hè? Toen snapte ze al wat we zeiden. Waarom moet ik dan, aan mensen die hier al járen wonen, in mijn steenkolenengels uitleggen wat ik bedoel?”
Ego
Sowieso vergt een goed draaiend muziekgezelschap discipline: ,,Liefst innerlijke discipline, geen opgelegde discipline. Als ik zeg: ‘Geen telefoons op het podium’ en ik zie er toch eentje, dan ben ik diep teleurgesteld. ‘Ja maar de kinderen, ja maar dit-of-dat’ − nee. Hier ben je met je vak bezig.”
,,Het ergste vind ik musici die je nergens op mag aanspreken, omdat het ego hun in de weg zit. Die dan zo’n verongelijkt gezicht trekken. Dat vind ik nog erger dan geen Nederlands leren. Dat ze niet beseffen dat het in feite het pure líefde is wat je ze geeft! Op het moment dat je bij ons werd aangenomen, zeiden we daarmee: ‘We vinden jou goed. Wij zijn blij met jou.’ Dan moet je daarna ook gewoon alles tegen elkaar kunnen zeggen. Zelfs als je verkouden bent of relatieproblemen hebt. Je kunt straks ook niet tegen je publiek zeggen: ‘Jongens, ik speel vandaag shit want er is dit-of-dat aan de hand’. Gelukkig werk ik de laatste vier, vijf jaar met een groep van gelijkgestemden.”
En dan blijkt Pieter Jan Leusink toch een meester in het relativeren: ,,Uiteindelijk is het een spelletje. Kijk, van zaken rond leven en dood kun je geen spelletje maken. Een ernstige ziekte is geen spelletje. Maar een goeie uitvoering neerzetten en zoveel mogelijk publiek trekken – ja, ik voel het als een spel om dat voor elkaar te krijgen. Een spel dat ik gewoon wil winnen. Vroeger liet ik me ook telkens meeslepen door allerlei sores. Nu niet meer.” Met een knipoog: ,,Maar daar heb ik jaren over gedaan, hoor…!”
Elburg, 21 t/m 30 juni. www.klassieke-concerten.nl