Opvoeden, gezond blijven: we zijn er dagelijks mee bezig. Welke lessen leerde u van het leven en zou u op anderen willen overdragen?
Deze keer: de familie Ten Klooster uit Apeldoorn.
(de Stentor, rubriek ‘Zo doen wij dat!’, 21-06-2016)
De familie:
Charissa ten Klooster (46), onderwijscoach (‘ViaCharissa’)en theatermaker (‘PLEZIER!theater’)
Freek ten Klooster (44), directeur SBO De Regenboog, Ede
Fabienne (13), klas 2 VSO
Mackendy (11), groep 7
Soms loopt het leven anders dan bedoeld
Charissa: ,,Adoptie was een idealistische keuze van ons. Niet iedereen begreep dat. Mensen vroegen weleens: ‘Maar wil je dan geen kind van jezelf?’ Soms kwam daar een stukje religie bij: je bent geschapen om zelf kinderen voort te brengen, dus adoptie is ‘niet zoals het bedoeld is’. Maar er lopen zoveel dingen in deze wereld anders dan ze ‘bedoeld’ waren. Het is ook nooit de bedoeling geweest dat ouders vroeg doodgingen of niet voor hun eigen kinderen konden zorgen.”
Freek: ,,Bij sommige mensen was het vooral verbazing, omdat er bij ons geen medische reden aan ten grondslag lag. Maar ja, zodra Fabienne en Mackendy in Nederland aankwamen, waren alle familieleden en vrienden natuurlijk gelijk verkocht! Grootouders, neefjes en nichtjes: iedereen was blij en trots.”
Houd belangrijke dagen in ere
Charissa: ,,Op 16 juni 2008 ontmoetten we Fabienne en Mackendy voor het eerst, in het kindertehuis op Haïti. Daarom vieren we op 16 juni altijd ‘Haïti-dag’. Op 22 juni kwamen we samen thuis in Nederland, dus op 22 juni vieren we ‘Thuisdag’. Bij dat vieren moet je niet denken aan een huis vol visite. We doen samen gewoon iets leuks: ergens gezellig eten, de Haïtiaanse vlag ophangen en filmpjes kijken van de eerste ontmoeting en de aankomst op Schiphol.”
Fabienne: ,,Ik herinner me niks van die aankomst. Ik weet dat alleen van de filmpjes.”
Mackendy: ,,Ja, toen stond er allemaal familie.”
Charissa: ,,Fabienne en Mackendy hadden natuurlijk hun namen al, maar wij hebben er nog voornamen aan toegevoegd. Fabienne heet ook Jennifer, naar mijn schoonmoeder, en Mackendy’s tweede voornaam is Christian, naar mijn vader. Zo hebben we de familieband nog benadrukt.”
Vriendschap met leeftijdsgenoten is onmisbaar
Freek: ,,Wij kozen bewust voor een ‘sibling’: Mackendy en Fabienne waren al broer en zus. Onze keus voor Haïti werd extra mooi doordat onze vrienden ook Haïtiaanse kinderen hadden. We dachten: misschien vinden die van ons het wel fijn om te spelen met kinderen uit hun geboorteland.”
Charissa: ,,Mackendy heeft een heleboel vrienden. Na schooltijd komt hij even thuis voor een glas drinken en een koek, maar vervolgens gaat hij als een speer terug naar het schoolplein, want dat is hun hangplek.”
Fabienne: “Ik heb ook een vriendin op school. We zitten gezellig naast elkaar. Ik vind school wel leuk, vooral gymmen en buitenspelen. Met hardlopen was ik de snelste van de groep. Koken is ook wel leuk. Maar timmeren niet, bah! Ik sloeg een keer met de hamer op mijn duim.”
Charissa: ,,Fabienne heeft atletiek gedaan. Tegenwoordig doet ze dans.”
Fabienne: ,,Maar dat ga ik nu echt niet laten zien.”
Charissa: ,,En Mackendy is met zijn voetbalteam pas kampioen geworden.’
Mackendy: ”Met SV Orderbos E1. En morgen voetbal ik mee met WK AdoptieKids, bij Haïti E4. Samen met Lorens, een vriend die ook uit Haïti komt. Uit hetzelfde kindertehuis.”
Geef kinderen ruimte voor vragen
Charissa: ,,Ons christelijk geloof is de bron waaruit wij leven. Natuurlijk hebben Freek en ik ook vragen en twijfels gekend, zoals de meesten. Maar sinds 2006 zijn we verbonden aan De Basis, een laagdrempelige gemeente, die ook mensen wil aanspreken die moeite hebben met het instituut kerk. Het geloof is steeds meer een bepalende rol in ons leven gaan spelen. De kinderen vinden het ook een leuke kerk. Hè, Mackendy?”
Mackendy: ,,Ja.”
Freek: ,,Al hebben ze soms geen zin om te gaan. En dan zijn we als ouders duidelijk in wat we willen. We gaan niet marchanderen; dan maar een keertje ruzie. Maar dat is een opvoedingsprincipe. Theologisch krijgen ze natuurlijk wel de ruimte. Als Mackendy zegt: ‘Ik geloof dat allemaal niet,’ begrijp ik dat, want ik had vroeger zelf ook mijn twijfels.”
Elk adoptiekind heeft een eigen verhaal
Freek: ,,Wat ik zou willen meegeven aan mensen die adoptie overwegen: je zult nooit echt loskomen van het feit dat je adoptieouder bent. Het duurt lang voordat je je kind echt tot in de vezels kent. Soms vertoont het gedrag waarvan je denkt: ‘Dat hoort bij hem of haar’ terwijl dat niet zo is. Onze kinderen zijn nu acht jaar bij ons en we zijn zielsgelukkig met hen. Toch weten we niet altijd wat echt is en wat niet. Een voorbeeld: Mackendy komt over als een wat gereserveerde jongen die niet veel zegt. Hij lijkt zich daar tevreden bij te voelen. Wij denken: ‘Typisch Mackendy’. Maar misschien is dat niet zo en heeft zijn zwijgzaamheid een andere oorzaak. Want een adoptiekind is en blijft een kind met een verhaal.
Bedenk ook dat kinderen in een kindertehuis de aandacht van verzorgers altijd met anderen moet delen. Veel adoptiekinderen zijn dus enorm op contact gericht, willen graag communiceren en je aandacht vasthouden. Zoals onze Fabienne. Hoort dat bij haar natuur of is het die voorgeschiedenis? Kortom, hoe verbonden je je ook voelt, er komt altijd een moment waarop je moet beseffen: ‘Wacht even, ik ben de adoptieouder. Misschien moet ik toch iets aandachtiger kijken’.”
Respecteer andere gezinsvormen
Charissa: ,,Zelf vergeet ik vaak dat de kinderen een ander kleurtje hebben. Toch staren mensen je op straat soms aan. Gelukkig zijn onze kinderen nooit echt gepest. Maar van andere adoptieouders hoor ik wel trieste verhalen. Dat sommigen hun kinderen naroepen: ‘Ga terug naar je eigen land!’”
Freek: ,,Er wordt nogal divers over adoptie gedacht. Dat vind ik prima. Ik heb ook begrip voor de visie dat je een kind niet uit z’n cultuur moet halen. En laat ik vooropstellen dat wij meestal positieve reacties krijgen. Maar er zijn mensen die − volgens het principe van de beste stuurlui − tegen ons menen te moeten zeggen: ‘Was dit nu echt nodig?’ Die dat zelfs zeggen waar mijn kinderen bij zijn! Geloof me: alle adoptieouders hadden het liefst gewild dat hun kinderen in het land van herkomst hadden kunnen opgroeien. Maar de praktijk leert helaas dat sommige van die kinderen daar niet overleven. En daarom is het toch goed dat er adoptieouders zijn, die hen met liefde en blijdschap ontvangen.”