Beeld: Lara de Moor / Polygon (2017), olieverf, privébezit. © Lara de Moor

Museum MORE presenteert de eerste museale solotentoonstelling van Lara de Moor. De kunstenares gunt ons een blik in de verlaten kamers van verwaarloosde huizen. In subtiele tinten brengt ze een zweem van melancholie over, van heimwee ook. Tegelijk is de spanning onontkoombaar.

Het contrast kon bijna niet groter zijn, maar tegelijk lijken beide MORE-exposities elkaar aan te vullen: Curious Universe met de weelderige paleizen van Jan Worst en The Other Place met de nagenoeg lege, onttakelde interieurs van Lara de Moor. Beide kunstenaars zijn op het eerste gezicht ‘gewoon’ realistisch bezig. Toch vertoont hun werk telkens een subtiele twist die het in de richting van magisch realisme of surrealisme trekt. Zowel Worst als De Moor weet een sfeer op te roepen die je als onheilspellend kunt ervaren, beklemmend zelfs. Maar waar bij Worst het bazuingeschal van felle kleuren en barokke versieringen domineert, overheersen bij De Moor juist grijzige tinten, soberheid en stilte. Met een beetje goede wil kun je The Other Place voor jezelf interpreteren als het universum van Worst na de catastrofe.

Lara de Moor (Den Haag, 1969) laat niets aan het toeval over. Met zorg zoekt ze locaties uit voor eenvoudige installaties met enkele voorwerpen. Die fotografeert ze, om het tafereel vervolgens uit te werken in olieverf. Een video laat zien hoe ze het web van gouddraad in ‘Thread’ (2016) op het doek aanbrengt: met behulp van veel tape, dat ze naderhand voorzichtig van het beschilderde doek trekt. En al kijkend houd je onwillekeurig je adem in: o jee, als de ondergrond maar niet aan die tape blijft kleven!

Lara de Moor: ‘Sink’ (2006). Olieverf op doek © Lara de Moor

Een van de werken die meteen in het oog springen, is ‘Sink’ (2006); een smoezelige wastafel, bijna volgelopen met troebel water. Hoewel, troebel? Het water is wonderschone, gemêleerd diepgroene tinten, als het glazuur van Marokkaanse tegels, en juist de doorzichtigheid van het stilstaande water is meesterlijk weergegeven. De kraan loopt nog, en dat geeft een zekere onrust: nog éven en de zaak stroomt over. Hetzelfde zien we ernaast, op ‘Vessel’ (2015): in de transparante plasticzak vol kristalhelder water zit een gaatje. Het straaltje water lekt nu nog in een rode kom die eronder is geplaatst, maar ook dat gaat straks mis…

Kwetsbaarheid

Lichtval is een van de speerpunten, zoals we zien op ‘Blanks’, ‘Exit’ en ‘Gold’ (alle drie uit 2020). En waarlijk virtuoos is Lara de Moor waar het om stofuitdrukking gaat. Dat zien we bij de kleurige stapel dekens, op het ‘Bed’ (2015) dat in een voornamelijk blauwgrijze kamer staat: in gedachten voel je de verschillende soorten textiel. Idem bij ‘Skirt I’ (2019), waarvan je de sierstiksels op de matglanzende stof wilt aanraken. Ontroerend is de kwetsbaarheid van de ‘Dipped Hand’ (2013) waarop de aderen zachtblauw door de tere huid schemeren. De pastelkleurige bloemetjesjurk onderstreept die teerheid, terwijl de zwarte verf – of misschien is het inkt – daarmee genadeloos contrasteert. Zoals ook op ‘Spiller’ de inktzwarte, druipende vlek als een vuistslag de zacht verlichte kamer binnenkomt.

Dit verhaal lees je gratis. Vind je het interessant?
Dan kun je onderaan een donatie doen.
Zo help je mij om als freelancer te blijven werken. 

‘Dipped Hand’ is overigens het enige werk dat rechtstreeks op de aanwezigheid van een mens wijst. Verder is op deze tentoonstelling de mens opvallend afwezig. Wel zijn er soms recente sporen, zoals de schuimbelletjes op het water in een lichtblauwe teil (‘Tangram’, 2019).

Verwilderde tuinen

Intrigerend zijn de verwilderde tuinen, waarin groene bosschages oprukken tot aan het raam. De verlaten huizen − met hun kale vloeren, versleten tapijten, stoffige gordijnen en groezelig behang of stucwerk − dreigen te worden overwoekerd zoals het kasteel van Doornroosje.

Over rozen gesproken: een groot stilleven uit 2018, ‘Prop Table’ getiteld, springt eruit op deze tentoonstelling. Het is geïnspireerd door ‘De Hemelvaart van Maria’, een werk van El Greco voor de Santo Domingo el Antiguo, in Toledo. Waar El Greco een verticaal schilderij maakte, koos De Moor voor horizontaal. Maria zelf zien we niet terug, maar wel haar bloemen (rozen en lelies), net als de kleuren van El Greco’s palet (roze, oker, blauw en groen). Een losse vogelvleugel verwijst naar de engel, de uien naar de hoofden van engeltjes en apostelen en de tafel naar de graftombe. En goudkleurige strepen zijn hier waarschijnlijk geen draden zoals op ‘Thread’, maar symboliseren de stralenkrans.

Fluisteren

Melancholie, verlatenheid en heimwee zijn woorden die in je opkomen bij bij The Other Place. “Als er één trefwoord op haar werk toepasbaar is, dan is dat de stilte, het is een stilte die roezemoest achter het doek van het schilderij. We weten niet wie er roezemoest, het zijn fluisterende schilderijen, waar tegelijkertijd heel veel is gebeurd of staat te gebeuren,” zei Joost Zwagerman ooit over het werk van Lara de Moor.
Dat geroezemoes zal waarschijnlijk niet iedereen horen; hooguit het fluisteren. Maar het trefwoord bij uitstek blijft inderdaad stilte. Een veelbetekenende stilte.

Lara de Moor, The Other Place.
Te zien t/m 10 maart 2024 in Museum MORE, Gorssel.

Waardeer je dit artikel?

Voel je vrij om dit te laten blijken met een kleine bijdrage. Zo help je mij om als freelancer mijn journalistieke werk te blijven doen. Bedankt!

Mijn gekozen donatie € -