Nederland kent zo’n duizend officiële musea, en daarnaast een groot aantal officieuze. Welke verborgen pareltjes zitten daartussen?
Vandaag: het Ikonenmuseum, Buiten Nieuwstraat 2 te Kampen.
Open: dinsdag & woensdag 13.00-17.00 uur; donderdag t/m zaterdag 10.00-17.00 uur.
Nederlands Dagblad, 04-01-2019; bijlage Gulliver, rubriek Het Museum
In welk museum zijn we vandaag?
In het oude Cellebroedersklooster, dat in 2005 stijlvol is gerenoveerd. Momenteel herbergt het gebouw zo’n 170 iconen. Het interieur van dit Ikonenmuseum (waar men ‘ikoon’ consequent met een k schrijft) doet behaaglijk aan. Witte gestucte wanden, kroonluchters, rode tapijten over kloosterachtige plavuizen, hier en daar een knusse canapé. De iconen zijn subtiel uitgelicht en de atmosfeer perfect geconditioneerd; temperatuur en vochtigheidsgraad worden dagelijks angstvallig bijgehouden.
Je wordt ontvangen door vrijwilligers met warm kloppend hart voor dit museum. Dat merk je aan hun attente, blijmoedige bejegening en hun kennis van zaken.
Wat moet je hier beslist zien?
De iconostasewand. Daarbij staat helder uitgelegd wanneer de iconostasen zijn ontstaan, wat hun functie is in de eredienst en hoe ze zijn samengesteld.
Ook interessant is het nagebouwde woonvertrek, met het iconenhoekje. Hieruit spreekt de stille aanwezigheid van het geloof binnen een eenvoudig Russisch huishouden.
Wat valt tegen?
Eigenlijk niks. Het museum is drempelvrij en heeft een ruime lift. Rollators en rolstoelen kun je vooraf telefonisch reserveren. Alleen de exposities helemaal boven, in de zogeheten ‘timmertoren’ zijn niet rolstoeltoegankelijk.
Kinderen in de basisschoolleeftijd kunnen probleemloos mee. Ik zie een mevrouw (oma?) met een klein meisje rondkuieren en vang een flarden van hun dialoog op. Meisje: ‘Wat zijn iconen?’ Mevrouw: ‘Dat zijn schilderingen op hout. Van Moeder Maria, van engelen, van de Here Jezus…’ – ‘Waarom?’ – ‘Nou, vroeger konden veel mensen nog niet lezen. Daarom werden die verhalen geschilderd. Daar keken de mensen naar en intussen dachten ze dan aan de Here Jezus.’ Zo kabbelt hun conversatie vredig voort.
Is er iets christelijks te zien?
Uiteraard! Iconen zijn immers een christelijke kunstvorm, bedoeld om gelovigen te informeren en tot meditatie te inspireren.
Hoe zijn de shop en het café?
Uitnodigend. Naast boeken en ansichtkaarten zijn er cd’s met byzantijnse koormuziek, die ook subtiel door het hele gebouw klinkt. Vitrines tonen devotionalia als reisicoontjes, Russisch-orthodoxe kruisen en medailles (bijvoorbeeld van Sint-Nicolaas, binnen oosterse kerken nog altijd een populaire heilige). De huismeester vertelt er eerlijk bij dat de meeste icoontjes op hout geplakte reproducties zijn. Daartegenover staan betaalbaarheid plus de herkomst: alles is rechtstreeks uit Rusland geïmporteerd, dankzij connecties van enkele museummedewerkers.
In het lichte, ruime café (een overdekte binnenplaats tussen de eeuwenoude muren) is het goed toeven. Bij de bar is een wand met speelse ‘vita-iconen’ in stripvorm, vervaardigd door hedendaagse kunstenaars. De vita-icoon is namelijk een stripverhaal avant la lettre, met middenin het portret van één bepaalde heilige en langs de rand cruciale scènes uit diens leven (Latijn: vita).
Je moet hier beslist heen als je…
…een zwak hebt voor de Slavische cultuur, waarin de devotie diep verankerd zit. Ook iedereen die ‘iets heeft’ met religie is hier aan het juiste adres. Het Ikonenmuseum biedt de bezoeker een stukje perspectief vanuit de oosters-orthodoxie. En dat mogen we, alle heiligenverering ten spijt, niet verwarren met het katholieke gezichtspunt. In oost én west vormt Pasen de kern van het geloof, maar waar westerse kerken veelal op ‘verzoening door voldoening’ hameren, beklemtonen oosterse kerken de overwinning van Christus op de dood. Zoals een gids in dit museum ooit uitlegde: ‘Het katholieke crucifix toont Jezus met over elkaar gespijkerde voeten. Het Russisch-orthodoxe kruis heeft een soort voetenplankje, zodat Jezus rechtop staat. Zelfs in de dood blijft Hij koning.’