,,Maar schat, je bent een schilder!” riep Hans van Manen tegen oud-danser Han Ebbelaar.
De Hattemse galeriehouder Bruno Barat is het daar grondig mee eens.
(de Stentor, 12 april 2018)
Ja, ze kennen elkaar uit de balletwereld. En nee, deze expositie is niet zomaar een hartelijk gebaar onder oud-collega’s. Voormalig danser en huidig kunsthistoricus Bruno Barat is kritisch op ‘zijn’ exposanten. ,,Ik had al jaren een paar schilders op het oog die ik interessant vond. En Han hoorde daar absoluut bij. Zijn werk is heel spannend gestileerd. Eigenzinnig en krachtig.”
Toch was Barat ietwat nerveus toen hij het Ebbelaars atelier bezocht. ,,Ik dacht: oei, stel dat ik geen selectie kan maken die goed past in deze ruimte? Maar na tien minuten wist ik: het gaat lukken!”
Dit is Ebbelaars eerste solo-expositie, hoewel hij al sinds 2002 schildert. ,,Nadat ik in 1987 was gestopt met dansen, zocht ik naar een andere kunstvorm. Ik miste toch iets.” Een artikel over ene Elisabeth Kaiser trok hem over de streep: ,,Een kunstenares uit de DDR. Haar naam zegt veel mensen niks, maar zij maakte ontzettend originele stillevens. En die schilderde ze ín de lijst, dus eerst een lijst om het doek en dan schilderen. Soms ging ze ook flink over die lijst heen. Zodra ik las dat zij pas op 55-jarige leeftijd was begonnen, dacht ik: nou ja zeg, dat ga ik ook doen! Dus kocht ik olieverf en een paar doeken.”
Nu waren Han Ebbelaar en levenspartner Alexandra Radius al tientallen jaren fervente kunstliefhebbers. ,,En doordat ik tijdens onze reizen al zoveel kunst had gezien, was ik wel angstig om zelf te beginnen. Maar anderzijds wilde ik juist zo graag, dat was het dubbele.”
De definitieve bemoediging kwam van een andere balletgrootheid. ,,Ik had een stuk of veertig kleine olieverfjes gemaakt op bananenpapier, heel stevig materiaal waarin je lekker kunt krassen. Die had ik op de vloer uitgespreid. En Hans van Manen stapte binnen, bekeek ze en riep spontaan: ‘Maar schat, je bent een schilder!’ Ik dacht: nou, als híj het zegt. Sindsdien ben ik ook op grotere doeken gaan werken. En altijd in olieverf, ja. Acryl droogt me te snel. Al moet je met olieverf soms geduld hebben, als het dikke lagen zijn. Maar dat is juist wel goed.”
Per schilderij gebruikt Ebbelaar vaak één en dezelfde kwast plus een paletmes. In de loop der jaren is hij steeds ‘makkelijker’ gaan schilderen, blikt hij terug: ,,In het begin was ik bang dat ik m’n doek zou verpesten. Maar nu denk ik: ach, ik doe gewoon wat ik zelf wil. Ik ben losser geworden. Vroeger worstelde ik ook met de vraag: wanneer is een schilderij af? Nu denk ik op een gegeven moment: zo, ’t is af. En dan gaat het schilderij nat de lijst in. Pas dan zie ik of het klopt. En oké, soms blijkt het nog niet helemaal af. Maar meestal klopt het wel.”
Hattem, 12 t/m 28 april. www.brunobarat.com